Rittenadministratie laat ruimte voor privégebruik
Een door de werkgever aan zijn werknemer ter beschikking gestelde auto wordt geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, tenzij blijkt dat met de auto op kalenderjaarbasis minder dan 500 kilometer privé is gereden. Het voordeel wegens privégebruik auto wordt op nihil gesteld als dit met een rittenregistratie of op een andere manier kan worden aangetoond.
Een dga heeft van zijn eigen vennootschap een auto ter beschikking gesteld gekregen. Uit rittenregistraties en notitieboekjes met aantekeningen van zijn ritten blijken verschillende gebreken. De inspecteur concludeert daarom dat de vennootschap ten onrechte geen bedrag bij het loon heeft geteld vanwege het privégebruik van de auto en legt een naheffingsaanslag op.
Het hof stelt de inspecteur in het gelijk. Het hof constateert onder andere dat het in de kilometerregistratie verantwoorde woon-werkverkeer varieert wat betreft het aantal verreden kilometers (van 15 tot 30 kilometer). De kilometerregistratie vermeldt geen nadere specificatie van de gereden route. De registratie voldoet hierdoor niet aan het daaraan door de wet gestelde vereiste en laat alle ruimte voor de mogelijkheid dat de verantwoorde kilometers mede voor privédoeleinden zijn verreden. Het hof wijst in dit kader op de ANWB-routeplanner die voor het desbetreffende traject als lengte van de snelste route 13 kilometer, als lengte van de kortste route 11,8 kilometer en als lengte van de route zonder snelwegen 13,2 kilometer vermeldt. Dit gevoegd bij het feit dat de rittenregistratie aan privé verreden kilometers 359 kilometer (2009), 490 kilometer (2010) en 450 kilometer (2011) vermeldt, acht het hof de vennootschap niet geslaagd in het bewijs dat de auto voor minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt.
Bron: Hof Den Haag 3-06-2015
Source: Nieuws